Niet alles wat anders is, is demonisch
- Bert Overbeek
- 26 aug
- 2 minuten om te lezen

Wat me al jaren stoort in bepaalde christelijke kringen, is de neiging om alles wat niet in het eigen straatje past, te bestempelen als “van de duivel”. Een andere kerkelijke visie? Van Satan. Een vorm van spiritualiteit die niet in hun schema past? Occult. Een praktijk die hen onbekend is? Demonisch.
Maar laten we eerlijk zijn: dat demoniseren heeft zelf iets demonisch. Het is een wapen: je hoeft de ander niet meer serieus te nemen, niet te luisteren, niet in gesprek te gaan. Je schuift hem gewoon buiten de kring van menselijkheid en buiten Gods genade. Zo ontstaat een gesloten systeem waarbinnen het eigen gelijk altijd wordt bevestigd.
De Bijbel is hier duidelijk over. Jezus zelf zegt: “Oordeel niet, opdat u niet geoordeeld wordt” (Mat. 7:1). En Paulus schrijft in Romeinen 2:1: “Wie een ander veroordeelt, veroordeelt zichzelf, omdat u hetzelfde doet.” Met andere woorden: wie een ander in Gods naam veroordeelt, betrekt dat oordeel onmiddellijk op zichzelf.
Sommige mensen zeggen heel gemakkelijk 'Dit zegt Jezus in mij'. Neil Donald Walsh gaat zover om een eigen verhaal 'Een gesprek met God te noemen'. Het gemak waarmee sommige gelovigen namens God spreken, is niet alleen arrogant, het is ook gevaarlijk. In Johannes 16 zegt Jezus dat de Geest ons zal leiden 'in alle waarheid'. Maar dat suggereert juist dat wij die waarheid nog niet volledig in pacht hebben. Wie durft dan te zeggen: 'Dit is van God, dat is van Satan'? Dat is een claim die grenst aan blasfemie.
En het wordt nog problematischer wanneer alles wat buiten de eigen bubbel valt, meteen “occult” of “satanisch” wordt genoemd. Oosterse meditatie, mindfulness – het wordt in sommige kringen zonder nuance weggevaagd. Terwijl Paulus in 1 Tessalonicenzen 5:21 ruimte schept: “Onderzoekt alles, behoudt het goede.” Dat vraagt om onderscheidingsvermogen, niet om automatische veroordeling.
Dit betekent niet dat je alles maar kritiekloos moet omarmen. Natuurlijk mag en moet je ook kritisch kijken naar spirituele en christelijke stromingen, invloeden vanuit het demonische en destructieve praktijken. Maar dat is iets heel anders dan met één stempel 'duivels' de deur dichtgooien. Wie dat doet, toont meer angst dan geloof en vergeet dat God groter is dan onze eigen kaders.
Misschien is dát wel het werkelijke demonische gevaar: niet dat er invloeden buiten ons bestaan die ons bedreigen, dat kan, maar dat wij onszelf het recht toekennen om Gods naam te verbinden aan onze eigen angsten en oordelen. Dat we denken namens Hem te mogen zeggen wie erbij hoort en wie niet.
Wie dat doet, vergeet iets fundamenteels. Jezus werd zelf ook verdacht gemaakt 'Hij drijft demonen uit door de macht van Beëlzebul' (Mat. 12:24). Het waren de religieuzen die Hem wegzetten als demonisch. Misschien is dat de grootste les: wie te snel 'satanisch!' roept, loopt gevaar precies dezelfde fout te maken. Wees dus voorzichtig.



Opmerkingen