Tongen, talen, trance ... maar wat is het echte wonderlijke van Pinksteren?
- Bert Overbeek
- 2 jun
- 5 minuten om te lezen

Pinksteren. We herinneren ons op die twee dagen dat indrukwekkende moment waarop de Heilige Geest als een stormwind neerdaalde op een groepje Galileëers in Jeruzalem. Je vindt het in de bijbel in Handelingen 2. Er gebeurt daar iets wonderlijks. Plotseling beginnen de leerlingen van Jezus vurig te praten. En alle aanwezigen verstaan wat ze zeggen in hun eigen taal, zo lezen we.
Een wonder! Maar… welk wonder eigenlijk?
Vraag een willekeurige gelovige uit charismatische pinkstergemeentes eens wat daar precies gebeurde. De kans is groot dat je iets hoort over 'spreken in tongen', in mysterieuze, extatische klanken, zoals ooit het orakel van Delfi deed. Niet te begrijpen voor de niet-ingewijde, voor degene die niet ‘in de Geest’ is. Maar in de oorspronkelijke tekst staat helemaal niet dat de discipelen in een hemelse wartaal begonnen te lallen. Integendeel.
Glossa betekent gewoon: taal
Het sleutelwoord in Handelingen 2 is glossa (γλῶσσα), wat primair tong betekent, maar in context vrijwel altijd 'taal' net als in het Engels tongue. En de context is glashelder: de aanwezige Joden uit alle delen van het Romeinse rijk horen de apostelen spreken in hún moedertalen. Parthen, Meden, Elamieten, Egyptenaren, Romeinen; iedereen verstaat het. Het gaat dus niet om een geheimtaal, maar juist om verstaanbare communicatie. Alsof een stel vissers uit Galilea ineens vloeiend Perzisch, Latijn en Frygisch spreken. Dàt was het bijzondere van Pinksteren, niet de een of andere (alleen aan ingewijden bekende) uitstorting van klanken.
De verwarring is eeuwen later gekomen, toen charismatische bewegingen in de 19e en 20e eeuw het ‘spreken in tongen’ opnieuw uitvonden als een soort geestelijke geheimtaal. Het zou dan gaan om het uitspreken van klanken zonder syntaxis of betekenis. Maar dat is dus níet wat er in Handelingen staat. Toch komt dat verschijnsel van onbegrijpelijke godstaal ergens vandaan. Alleen niet uit het jodendom of vroege christendom, waar ook Jezus toe behoorde.
De vraag is ook waarom het spreken in tongen ineens plotseling zo belangrijk werd gevonden. En als het niet uit de wereld van Jezus kwam, waar kwam het dan vandaan? Laten we eens kijken naar de omgevingen waar het wel voortkwam. En dan reizen we af naar het oude Griekenland en Egypte.
Voorbeelden van goddelijke 'geheimtaal' uit de oudheid
1. Het orakel van Delfi
In Delphi, in het oude Griekenland,zat een bemiddelaarster tussen hemel en aarde, de zogenaamde Pythia, op een drievoet boven een kloof vol dampende gassen. Ze raakte in trance, begon te mompelen, stamelde klanken en zinnen zonder logische grammatica. Priesters stonden klaar om haar woorden te ‘vertalen’ in poëtische profetieën; precies wat er in een aantal Pinkstergemeentes gebeurt . Wat de Pythia sprak was extatisch, brabbelend, maar werd als heilig beschouwd. God sprak via haar, zo geloofde men. En daar werd flink aan verdiend in die tijd.
2. De magische papyri van Egypte
In de zogeheten Griekse magische papyri uit de eerste eeuwen v.Chr. en n.Chr. vinden we toverformules vol klankreeksen als: “Iao Sabaoth, Adonai, Abrasax, Erelamai, Damnameneus, Anaphaxeton!”
Deze woorden zijn deels uit het joodse vocabulaire geleend, deels verzonnen of geïnspireerd op klank en ritme. Het doel? De goden bezweren of demonen verjagen. Of een geliefde terugwinnen. Zelden verstaanbaar, altijd krachtig bedoeld.
3. De gnostische lofzangen
In gnostische geschriften (zoals de Pistis Sophia of de Oden van Salomo) vinden we hymnen waarin namen en klanken niet rationeel maar symbolisch geladen zijn. Klanken als Zoxa, Thamaoth, Iaoel vormen een hemelse taal, niet bedoeld voor mensenoren maar voor engelen en aeonen.
De gnostiek is momenteel weer zo populair bij christelijke 'newborns' dat ik hier een enkel woord aan wil weiden. Besef daarbij dat ik ieder het zijne gun, en vooral niemand zijn geloof wil afnemen, maar ik toets dingen wel. Aan de bijbel, die uit een Joodse omgeving komt, maar door allerlei filosofen behoorlijk 'vergriekst' is. Zo is het veranderd in een geloof, dat door Jezus waarschijnlijk niet herkend zou worden.
Een enkel woord over gnostiek
Gnostiek draait om het verkrijgen van gnosis. Dit is innerlijke, geheime kennis die leidt tot spirituele verlossing.
De materiële wereld is slecht of illusoir, geschapen door de demiurg, een lagere godheid.
De ware God is spiritueel en hoog verheven boven deze wereld.
In de mens zit een goddelijke vonk, die moet worden bevrijd.
De gnostiek sijpelde al vroeg het christendom binnen. Dat kwam omdat het geloofsvertrouwen van Jezus na de gebeurtenissen uit het Handelingen-boek niet alleen meer aan Joden werd verteld, maar ook aan niet-Joden. Zo vermengde het zich in bepaalde kringen al snel met Grieks-Hellenistisch denken en andere externe invloeden. De gnosis bestond al, maar Jezus werd als brenger van de gnosis door bepaalde vroege christenen uit de niet-Joodse wereld. Dit was een goddelijke boodschapper die verborgen kennis verspreidde om de ziel te bevrijden.
Er waren stromingen in de eerste eeuwen, die het christendom mengden met gnostische ideeën. Marcion wordt vaak genoemd, maar ook Valentinus en Basilides behoren tot hen. De evangeliën van Maria Magdalena en van Thomas zijn produkten van hun hand. Op deze gnostische invloed kwam weer een reactie, die uiteindelijk het christendom meer ging bepalen, en waarvan wij de sporen in de traditionele kerken zien. Je zou met een beetje fantasie kunnen zeggen dat de innerlijke strijd binnen het christendom geest en letter van elkaar scheidden. Er ontstond enerzijds een stroming die strak de letter van de bijbel volgde, en je had een stroming die die tekst begon te vergeestelijken.
Zo kan het zijn dat binnen het christendom zowel stromingen van strengheid, regels en wetten bestaan, als stromingen die zich charismatisch en gnostisch gedragen.
Waarom we wartaal zo aantrekkelijk vinden
Waarom zouden mensen überhaupt wartaal spreken in spirituele of religieuze contexten? Misschien wel omdat gewone taal tekortschiet. In momenten van extase, openbaring of diepe mystiek valt betekenis uit elkaar. Wat overblijft is klank. Rauw, direct, lichamelijk. Alsof de ziel even geen grammatica nodig heeft.
Misschien is het ook gewoon een 'ego-kwestie', waardoor je laat zien dat jij net iets meer spiritueel inzicht hebt dan een ander. Dat idee bekruipt je nogal eens als je newborns aan de gang ziet, die uit spirituele omgevingen komen. Het lijkt een soort wedstrijd: wie wint de marathon van de geestelijke wereld? Ik moet denken aan Koot en Bie, die ooit gekscherend een liedje bedachten: 'Onze god is de beste'. Hilarisch.
Maar dat verklaart nog niet waarom we later dachten dat Handelingen 2 óók zo’n moment van extase was. De fout komt, zoals zo vaak, uit projectie: we zagen in een tekst uit de eerste eeuw de echo van een praktijk uit onze eigen tijd. En die echo klonk extatisch. Helaas voor veel pinkstercharismatici: Handelingen beschrijft geen extatische wartaal. Het beschrijft een taalwonder, geen warrig klankenspel.
Tot slot: mysterie of misverstand?
Is het mysterieus dat Galileeërs plotseling Perzisch spreken? Absoluut. Is dat hetzelfde als spreken in onbegrijpelijke tongentaal? Absoluut niet. Wat in Handelingen gebeurt, is een wonder van begrip, niet van mysterie. Misschien zit daar juist het echte wonder: dat mensen elkaar ineens kunnen verstaan. Ondanks alle grenzen van cultuur, taal en religie. En dat is vandaag de dag misschien wel net zo hard nodig als toen. Waarom zouden we daar iets aan toevoegen?



Opmerkingen